Verlichting op windmolens van Nij Hiddum-Houw

Verlichting op windmolens is verplicht in verband met de veiligheid voor vliegtuigen. De verlichting tijdens de bouw is anders dan de verlichting zodra het windpark operationeel is. We leggen uit wat het verschil is.

Verlichting tijdens de bouw
Tijdens de bouw van windpark Nij Hiddum-Houw maken we gebruik van tijdelijke, mobiele obstakelverlichting op accu’s. Tijdens schemering en in de nacht mag dit zowel rood vast brandend licht als knipperend licht zijn, beide met een lage lichtintensiteit.

Verlichting na de bouw
Wanneer de windmolens in bedrijf gaan (dat wil zeggen: wanneer de testperiode is afgerond) moeten deze voldoen aan de volledige verplichtingen van obstakelverlichting. Dat betekent:

  • Overdag moet boven op de turbine een wit knipperend licht met hoge intensiteit rondom zichtbaar zijn.
  • Tijdens schemering en ’s nachts moet er boven op de turbine een rood vast brandend licht met hoge intensiteit rondom zichtbaar zijn. Halverwege de mast moet ook rood vast brandend licht met lage intensiteit rondom zichtbaar zijn.

Verlagen van lichtintensiteit
Het is toegestaan om de lichtintensiteit van de obstakelverlichting op de gondel (het huisje op de mast) tijdens schemering of ’s nachts te verlagen. Dat mag alleen als de zichtbaarheid tijdens die periode meer dan vijf kilometer is. We mogen de lichtintensiteit dan maximaal tot 30% terugbrengen. Bij een zichtbaarheid boven de tien kilometer mogen we de lichtintensiteit nog verder verlagen tot maximaal 10%. Hiervoor moeten we de zichtbaarheid meten en wanneer de lichtintensiteit verlaagd wordt, moet we dit registreren.

Stand van zaken
De huidige obstakelverlichting bovenop de gondel is niet dimbaar. We zullen deze verlichting vervangen voor nieuwe verlichting, die wel dimbaar is. Zodra de nieuwe verlichting en zichtbaarheidssensoren geleverd worden, vervangen we de huidige verlichting.

Mogelijkheden vliegtuigdetectie
Vattenfall en Gooyum-Houw BV onderzoeken de mogelijkheden om de obstakelverlichting uit te schakelen als er geen vliegtuigen in de buurt van het windpark zijn. Op dit moment zijn er twee systemen voor vliegtuigdetectie in Nederland:

  1. een transponder systeem waarbij vliegtuigen een signaal uitzenden dat door antennes moet worden opgevangen.
  2. een radarsysteem dat zelf een vliegtuig detecteert.

Beide systemen mogen niet zomaar worden toegepast. Voor ieder systeem moet we een aparte aanvraag indienen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT neemt slechts enkele aanvragen per jaar in behandeling, mede doordat de procedure lang is.

Als laatste moeten we met een vliegtest bewijzen dat het detectiesysteem correct werkt, door het windpark vanuit verschillende richtingen te benaderen met een vliegtuig. Hiervoor moet het windpark volledig operationeel zijn.

Vanuit technisch oogpunt is het transponder systeem niet geschikt voor windpark Nij Hiddum-Houw. Daarom onderzoeken we de mogelijkheid voor een radarsysteem. Het onderzoek bevindt zich nog in de verkennende fase.